Belangrijke besluitvorming doorontwikkeling Stadshart

De VVD vindt dit de doorontwikkeling van het Stadshart één van de belangrijke onderwerpen voor de stad. Daarom gaan we wat gedetailleerder in op de besluitvorming die dinsdagavond plaats vond over dit onderwerp.

Het uitgebreide voorstel van het college aan de raad over het stadshart heeft de VVD-fractie samen met anderen aangepast, door zes amendementen en één motie in te dienen.

1. Het college stelde aan de raad voor om de retailconcentraties buiten het stadscentrum te bevriezen.
De VVD vond dat geen goed idee omdat de gemeente in het verleden nadrukkelijk gekozen heeft voor ontwikkeling van retail-concentraties buiten het Stadshart. De wijkcentra en het Lelycentre vinden wij van essentieel belang voor de inwoners van Lelystad. Zij worden door onze inwoners hoog gewaardeerd. Ook Bataviastad zou volgens het raadsvoorstel niet verder mogen groeien. Wij vinden dat de gemeente ook tegenover de ondernemers die zich buiten het stadscentrum hebben gevestigd een verantwoordelijkheid heeft. Daarbij past niet dat de gemeente ondernemers beperkt in hun ontwikkelingsmogelijkheden.

De raad heeft daarom besloten om de retailfunctie buiten het stadshart juist niet te benadelen ten opzichte van de retailfunctie in het stadshart. Daarom is ook besloten dat de structuurvisie locatiebeleid 2013-2025 op dit onderdeel moet worden herzien.

2. Het college stelde aan de raad voor om een experiment uit te werken voor een tariefvrije parkeerperiode van 30 minuten.
Wegvallen van een deel van de opbrengst van de parkeerheffing zou echter tot tekorten leiden op de parkeerexploitatie en de gemeente noodzaken de parkeertarieven verder te verhogen. De VVD vindt dat ongewenst, omdat het bezoek aan het stadscentrum daardoor zou kunnen worden ontmoedigd. Daarom moet het college bij de uitwerking van de voorstellen zorgen dat er geen tekorten ontstaan.

De raad heeft daarom via een amendement besloten dat zo’n experiment voor de gemeentelijke parkeerexploitatie per saldo geen vermindering van de opbrengst tot gevolg mag hebben.

3. Het college wilde de ontwikkeling van Parkwijk in de tijd naar voren halen.
De VVD is echter van mening dat ook prioriteit moet worden gegeven aan realisatie van woningen in het stadscentrum, binnen de bestaande gebouwen en de overige nog te bebouwen lege locaties. Daarnaast vinden we het verstandig dat bij de uitwerking van het plangebied kan worden ingespeeld op (markt)ontwikkelingen en op alternatieve functies, w.o. bijvoorbeeld de huisvesting van het Voortgezet Onderwijs. Het gebied Parkwijk is een overgangsgebied tussen de woonwijk Archipel en het eigenlijke Stadscentrum. De Archipel is een gewilde woonwijk. Daarom willen wij dat Parkwijk een kwalitatieve meerwaarde krijgt. Verder is het noodzakelijk de koopkracht direct aanliggend aan het Stadscentrum te vergroten.

Door ons amendement werd onder meer besloten om de ontwikkeling van Parkwijk niet specifiek in de fasering naar voren te halen, maar daarnaast ook prioriteit te geven aan de ontwikkeling van woningen in de bestaande gebouwen en op lege locaties binnen het bestaande Stadscentrum. Ook is besloten dat nadrukkelijk aandacht moet worden gegeven aan de uiterlijke kwaliteit van de woningen en de openbare ruimte. Ook de woningen moeten zich onderscheiden door hun architectonische uitstraling en kwaliteit.

4. Bepaalde onderwerpen worden steeds belangrijker voor de identiteit (het DNA) van het stadshart
Voorbeelden hiervan zijn beleving (waaronder horeca), cultuur, wonen/zorg, onderwijs en de kwaliteit/identiteit van de openbare ruimte.

Via een amendement is besloten om de sturing van het aanpassingsproces van het stadscentrum te organiseren door middel van een stuurgroep waarin in ieder geval de gemeente, ondernemers en eigenaren zijn vertegenwoordigd en de centrummanager verantwoordelijk is voor de realisatie van de uitvoeringsagenda.

5. De VVD wil dat duidelijk wordt waar in het stadscentrum het accent ligt op wonen (al dan niet met zorg), kunst/cultuur/horeca, onderwijs, parkeren e.d.
Daarom is besloten dat het college een beknopte visienotitie maakt met als belangrijkste uitgangspunt dat het Lelystadse Stadshart het sociaal en cultureel ontmoetingspunt voor de inwoners wordt, met een passende winkelfunctie en een kwalitatieve en kwantitatieve groei van andere functies, waaronder m.n. de woonfunctie en deze notitie ter vaststelling aan de raad voor te leggen.

6. De VVD vindt een levendig stadshart, dat is aangepast aan de wensen en mogelijkheden van deze tijd, een absolute voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van Lelystad.
Om de raad in staat te stellen verantwoorde afwegingen te maken voor de ontwikkeling van het stadshart, is het noodzakelijk om een helder beeld te hebben van de actuele toestand van de grondexploitatie en de financiële situatie. Vooral moet daaruit duidelijk worden welke mogelijkheden en beperkingen voor de ontwikkeling van het stadshart daaruit voortvloeien.

Daarom is onder andere besloten om de stand van zaken in de grondexploitatie aan de raad voor te leggen waarin wordt aangegeven:

  • de tot op heden gemaakte kosten;
  • de geprognosticeerde kosten;
  • de tot op heden gerealiseerde inkomsten;
  • de nog te verwachten inkomsten.
Ook is besloten om aan de hand van een met de raad besproken actuele grondexploitatie, in het verlengde van de visienotitie een strategisch handelingsperspectief (aan de raad) voor te leggen.

7. De VVD vindt dat Bataviastad de bezoekersgenerator van Lelystad is.
Meer dan 2 miljoen mensen komen hier jaarlijks op af. Lelystad mag hier trots op zijn en dit stimuleren. Ook biedt Bataviastad veel werkgelegenheid aan Lelystedelingen. Wij vinden het daarom niet gewenst dat Bataviastad zou worden tegengewerkt bij mogelijke toekomstige verdere groei.

Daarom is in een door ons gesteunde motie aan het college opgedragen om:
  • Vóór 1 januari 2017 een evaluatie van de afspraken met Bataviastad uit te voeren;
  • Daarbij de vraag te beantwoorden of er belemmeringen zijn voor de verdere ontwikkeling van Bataviastad zowel qua mogelijke omvang als wat betreft regelgeving en facilitering;
  • Zo nodig op basis van de evaluatie, voorstellen te doen gericht op de verdere ontwikkeling van Bataviastad.