Kadernota 2017-2020: de tweede termijn

Hieronder treft u de bijdrage aan van de VVD in de tweede termijn van het debat over de Kadernota 2017-2020, zoals deze werd uitgesproken door scheidend fractievoorzitter Evert Marseille.

Ik wil deze tweede termijn van de Algemene Beschouwingen beginnen met een persoonlijke mededeling. Dit is de 15e keer dit ik als VVD fractievoorzitter tijdens de Algemene Beschouwingen het woord mag voeren. Daarmee zal het tevens de laatste keer zijn. Over ruim 1,5 jaar zal ik na 20 jaar raadslidmaatschap niet in de raad terugkeren. Om de voorzitterswisseling soepel te laten verlopen zal ik aan het eind van dit seizoen het fractievoorzitterschap overdragen. Edwin Hers zal mij als VVD fractie voorzitter opvolgen.

Dan nu onze reactie op de 2e termijn. Wij zijn het met de SP eens dat het beleid van dit college succesvol is. Minder vanzelfsprekend vinden wij het dat de heer Teerds dit een links beleid noemt. In een zo breed samengesteld college is het goed dat alle partijen ruimte krijgen om eigen beleidselementen terug te vinden. Dat geldt volgens ons voor alle coalitiepartijen. Juist omdat het college zo breed is samengesteld hebben wij er waardering voor dat het college soepel omgaat met het feit dat meerderheden in deze raad lang niet altijd langs de lijn coalitie - niet-coalitie verlopen. Natuurlijk hebben wij wel als basis een raadsprogramma waaraan wij ons hebben verbonden. Terecht wijst zowel de PvdA als het college ons er op dat wij met ons OZB-amendement in strijd handelen met dat coalitieprogramma. Wij hebben naar onze mening terecht de problematiek aan de orde gesteld, dat lang niet alle inwoners de inflatie in hun inkomen vergoed krijgen. Maar een akkoord is een akkoord, en dus trekken wij dat amendement in. Wel wijzen wij er het college op dat de boodschap dat meer uitgaven door minder uitgaven moeten worden gedekt ook aan het raadsprogramma is ontleend!

Groot bezwaar hebben wij tegen het PvdA/ChristenUnie-amendement om fors in te zetten op overdracht van budgetten en zeggenschap aan de bewoners van Lelystad Haven. Wij achten dit strijdig met het raadsprogramma, waarin is afgesproken dat op kleine schaal ruimte wordt geboden te experimenteren met inrichting en onderhoud van de openbare ruimte, inclusief zeggenschap. Dit amendement gaat veel verder. Het is feitelijk de inbreng van de PvdA tijdens de college onderhandelingen die tot de hiervoor bedoelde compromisafspraak heeft geleid. Mogen we aannemen dat ook de PvdA en ChristenUnie zich aan het collegeprogramma houden?

Door een aantal partijen is de problematiek die in onze samenleven is ontstaan door de komst van grote aantallen vluchtelingen, onder de aandacht gebracht. Door de voorzichtige aanpak in Lelystad is dat zo wel politiek als daar buiten tot nu toe zonder noemenswaardige incidenten verlopen. Wij vinden het daarom provocerend van de PvdA, SP en GroenLinks om nu met een op-de-borst-kloppende motie het risico te willen lopen dat fragiele evenwicht in onze samenleving te verstoren. De juichkreten van Angela Merkel staan aan de basis van het door de vluchtelingencrisis verscheurde Europa. Vluchtelingen zijn hier niet vrijwillig maar omdat ze tijdelijk een veilig heenkomen zoeken. Zodra de situatie is verbeterd zullen zij terug dienen te gaan. Door de grote culturele verschillen is integratie en een blijvend bestaan in ons land voor grote groepen in niemands belang. Gedurende de tijd dat zij op ons zijn aangewezen zal uiteraard ook de VVD haar plicht doen. Het college meldt dat burgers niet mee betalen aan vluchtelingen, voorzitter gelukkig zijn veel burgers van deze stad in de omstandigheid dat zij wel degelijk belastingen aan het rijk betalen.

Ten aanzien van onze motie over vestigingen rond het vliegveld realiseren wij ons dat dit in een bestemmingsplan is geregeld, maar wij vragen het college niet dat bestemmingsplan aan te passen. De discussie over Leisure Dome en bijvoorbeeld de vestiging van een steenbrekerij maakt wel duidelijk dat het toch allemaal niet zo helder is. Graag horen wij van het college of hiervoor dan nog andere instrumenten aanwezig zijn. Dit is feitelijk de intentie van de motie.

Een belangrijk punt in deze Algemene Beschouwingen is de wens van de SVOL om haar onderwijskundig voorstel te realiseren door volledige nieuwbouw. Samen met een aantal partijen zijn wij indiener van een motie die meer duidelijkheid vraagt over de financiƫle consequenties van de diverse varianten. Dat wil overigens niet zeggen dat wij bijvoorbeeld met de PvdA het nu al eens zijn over de uiteindelijk wenselijke huisvesting. Voor ons zal de uitkomst van de gevraagde kosten baten analyses bepalend zijn voor ons standpunt.

Tot onze grote verbazing stelt een groot deel van de raad voor om een deel van de bezuinigingen op het sportbedrijf terug te draaien om daarmee contributieverhogingen terug te dringen. Wij hebben in 2015 op veel terreinen erg pijnlijke maatregelen moeten nemen. Het resultaat is dat we weer een sluitende begroting hebben. Wij zijn echt nog niet toe aan het nemen van verruimende maatregelen, zeker niet zo lang we echt niet weten waaraan wij financieel toe zijn. Sport is belangrijk, maar het is ook een eigen verantwoordelijkheid voor onze inwoners door het maken van keuzes over welke middelen waaraan worden besteed. Het gemak waarmee de partijen die dit amendement indienen feitelijk zeggen: "Burger, betaalt u maar meer aan de overheid, dan bepaalt deze overheid wel waarvoor wij uw middelen gaan besteden!", vinden wij onbegrijpelijk en zeer ongewenst.

Wij hebben wat twijfel over steun aan het amendement van LEUC over de 5 leidende principes. Feitelijk zijn wij het met alle 5 punten eens. Maar de vraag is wat voegt dit amendement toe? Komt dit bij LEUC voort als steun voor de leidende principes die het college hanteert of is het een uiting van onvrede over met name de punten c en d?Volledig inzetten van rijksmiddelen voor de transities vindt plaats, en wij nemen aan dat het college alles doet om waar te maken dat zij terecht een beroep kan doen op het fonds reserve jeugdzorg voor 1 juli a.s. Graag hierover duidelijkheid van LEUC.

Het amendement van D66 en het CDA over personele inzet roept los van een inhoudelijke discussie over deze voorstellen, terecht de vraag op of deze wijze van budgetwijziging wel consequent is. De raad gaat over de budgetten voor programma's en niet over kostendetails voor de uitvoering. De structurele vraag om inzet van meer personeel die overigens bij meer voorstellen op deze wijze wordt voorgesteld lijkt daarom in strijd met het karakter van de programmabegroting.

Het amendement van GroenLinks  om in plaats van aantrekkelijke woonstad als vierde investeringsveld het stadshart te benoemen begrijpen wij, maar toch gaan wij er niet in mee. Een aantrekkelijke woonstad kan niet zonder een aantrekkelijk centrum. Maar een stad met een aantrekkelijk centrum is nog geen aantrekkelijke woonstad. Inzet op de aantrekkelijke woonstad met veel aandacht voor het centrum is volgens de VVD de juiste insteek.

Het regenboogpad steunen wij, mits het college toezegt dit op een plaats aan te leggen waar over de voorrang van voetgangers geen enkel misverstand kan ontstaan. Bijvoorkeur bij een VRI, ofwel in gewone taal een stoplicht.

De CDA motie om ons te richten op inkomende pendel en hen de woonmogelijkheden van onze stad duidelijker te laten zien steunen wij, al realiseren wij ons ook dat ongetwijfeld pendelaars daar best wel over nadenken. Een belangrijk aspect hiervoor is dat wij pendelaars het vertrouwen geven dat een investering in Lelystad op termijn geen blok aan het been kan worden.

De PvdA-motie over het maken van een heldere analyse van de zware jeugd- en onderwijszorg, wordt door het college ontraden. Niet ontkend kan worden dat met preventie en jeugdhulp veel geld gemoeid is. Kan het college daarom toch duidelijker maken wat het bezwaar is van deze motie?

De CDA-motie over de huishoudelijke hulp vinden wij zeker ten aanzien van het laatste punt zeer onverstandig. Met het opstellen van objectief meetbare criteria zetten we de klok weer terug en sluiten we de mogelijkheid van maatwerk af. Wij kunnen ons niet voorstellen dat dit de bedoeling is van de indieners van het voorstel.

Een meer technische kwestie is het voorstel van het college om voor rekeningresultaten een vast systeem in de vorm van een waterval te introduceren. Nadere bestudering van de college reactie op ons amendement is voor ons aanleiding de com v.d. rekening hierover een advies te laten uitbrengen. Afhankelijk van de uitkomst over het voorstel van D66 om de uitbreiding van de ROS af te stemmen willen wij ook dat voorstel bij dat advies betrekken.

Voorzitter, het ontbreekt aan tijd om alle moties en amendementen verder langs te lopen. Daarom nog een opmerking over de motie van OPA plus. Deze motie, en dan met name de reactie van het college, geeft duidelijk aan dat we nog een paar jaar tijd hebben om na te denken over terugkeer van de bibliotheek binnen de muren van het stadhuis.