De meningen over de toekomst van de SVOL liepen de afgelopen maanden in de gemeenteraad sterk uiteen. Niet alleen de locatiekeuze, maar ook de kosten, het onderwijskundig concept (ook al gaat de gemeente daar niet over) en het ontwerp van de nieuwe SVOL-huisvesting leidden tot felle debatten.
Locatiekeuze
In een zorgvuldig proces onderzocht de gemeenteraad verschillende mogelijkheden voor de toekomstige huisvesting van de SVOL. Naast de nieuwbouw-optie op de locatie Rietlanden is ook gekeken naar de locatie van de huidige Arcus en van de SGL. De SGL-locatie viel al snel af, maar over de mogelijkheden in het centrum is veel en lang gediscussieerd, ondanks dat die keus met heel veel nadelen gepaard zou gaan. Een aantal partijen bleef van mening dat de in hun ogen grote voordelen van vestiging in het centrum opwoog tegen de nadelen.
- Verkeersoverlast: veel ouders halen en brengen hun kinderen met de auto van en naar de SVOL. Huisvesting in de binnenstad zal leiden tot een verkeerschaos in de ochtendspits, wat hinderlijk is voor omwonenden.
- Minder mogelijkheden voor woningbouw Parkwijk: om het centrum van Lelystad aantrekkelijker te maken wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van Parkwijk, een nieuwe wijk net buiten het centrum. De verwachting is dat de komst van nieuwe bewoners zal leiden tot meer levendigheid en meer winkelend publiek in het stadscentrum, wat goed is voor de lokale economie. Wanneer de SVOL in zijn geheel gehuisvest wordt in de binnenstad biedt de locatie van de huidige Arcus onvoldoende ruimte en zal een deel van de geplande Parkwijk moeten worden opgeofferd. Dit doet een deel van de positieve economische effecten teniet.
- Overlast van schoolgaande kinderen: partijen die vóór huisvesting van de SVOL in de binnenstad zijn, wijzen op de positieve effecten voor lokale economie van de aanwezigheid van zo veel jongeren in de binnenstad. Daarbij wordt de vergelijking gemaakt met studentensteden als Utrecht en Wageningen. De koopkracht van middelbare scholieren is echter veel lager dan die van studenten aan een universiteit: schoolgaande kinderen beschikken slechts over een beperkte hoeveelheid zakgeld en zullen weinig geld uitgeven in het centrum. De ervaring in andere gemeenten leert dat huisvesting van een school vlakbij een winkelgebied juist leidt tot overlast. In dergelijke gemeenten wordt vaak besloten om scholieren binnen een bepaald tijdvak of helemaal de toegang tot winkels te ontzeggen.
- Levendigheid slechts een deel van het jaar: in de vakanties, avonden en weekenden staan schoolgebouwen leeg en is het er uitgestorven. Dit betekent dat de verwachte levendigheid door de komst van scholieren maar beperkt zal zijn. Buiten de openingstijden van de school (juist op momenten dat de meeste omwonenden thuis zijn) zijn de schoolgebouwen uitgestorven, wat een desolate indruk geeft.
Kosten
De gemeenteraad heeft ingestemd met een bedrag van circa € 55 miljoen als budget voor energieneutrale en duurzame nieuwbouw van de SVOL op de locatie Rietlanden. Sommige partijen zijn van mening dat dit bedrag (veel) te hoog is. Dit bedrag is echter gebaseerd op een zorgvuldige kostenraming die tot stand is gekomen na raadpleging van alle betrokken partijen.
De huidige oude gebouwen zijn inmiddels vrijwel afgeschreven maar brengen wel hoge exploitatiekosten met zich mee door het enorme energiegebruik ten gevolge van slechte isolatie van de gebouwen.
De jaarlijkse afschrijvingslasten van deze eenmalige investering worden uitgesmeerd over een periode van 30 jaar. Samen met de besparingen op het energiegebruik houdt dat de exploitatielast voor de gemeente relatief laag. De VVD is daarom van mening dat € 55 miljoen een verantwoord bedrag is voor de nieuwbouw van de SVOL.
Onderwijskundig concept en ontwerp
Ook het onderwijskundig concept van de SVOL en het ontwerp van de toekomstige locatie Rietlanden heeft binnen de raad tot tegenstellingen geleid. Enkele partijen zijn van mening dat huisvesting van alle onderdelen van de SVOL op één locatie zal leiden tot een ‘schoolfabriek’ waarin leerlingen zich anoniem en niet thuis zullen voelen. Andere partijen zijn juist van mening dat de verdeling van leerlingen over meerdere gebouwen zal leiden tot maatschappelijke segregatie omdat de lagere opleidingsniveaus dan fysiek gescheiden worden van de hogere niveaus.
Amendementen
Er zijn diverse amendementen en moties ingediend, waarvan er enkele door de VVD werden gesteund. Het belangrijkste amendement was echter een amendement van de VVD dat mede werd ingediend door de overige coalitiepartijen en OpaPlus. In dat amendement wordt bepaald dat de nieuwe huisvesting maximaal twee bouwlagen mag krijgen voor het geven van onderwijs en dat er geen gebouw komt voor uitsluitend VMBO en ook geen specifiek gebouw voor uitsluitend Havo/VWO.
Hoewel er dus nog wel een derde bouwlaag kan komen met bijvoorbeeld lerarenkamers en dergelijke, moet voorkomen worden dat grote, hoge en massaal ogende gebouwen ontstaan. Ook de VVD vindt dat de mogelijkheden die de grote ruimte op de locatie biedt, moet worden gebruikt om ervoor te zorgen dat een gevoel van kleinschaligheid wordt bereikt, ondanks het grote aantal leerlingen. Om dezelfde reden heeft de VVD het amendement van de SP gesteund waarin wordt bepaald dat er, in plaats van de voorgestelde twee onderwijsgebouwen, bij voorkeur tenminste vier onderwijsgebouwen op de locatie Rietlanden moeten komen.
Tot slot
Nu het besluit tot nieuwbouw is genomen, is het aan schoolbestuur en architect om van de nieuwe locatie een succes te maken. De VVD zal de ontwikkelingen in de komende jaren op de voet volgen. De VVD is, alles afwegend, van mening dat dit de beste keuze is voor de SVOL.