Het hele interview is terug te luisteren via de website van Omroep Flevoland. Lees verder voor een samenvatting van het gesprek.
Er moet een andere vorm van samenwerking zijn, vanuit een ander perspectief dat een goede uitkomst bevordert. Dit kan bijvoorbeeld door toe te werken naar een raadsakkoord: een raadsbreed akkoord dat gedragen wordt door een overgrote meerderheid in de raad. Bij deze vorm van onderhandelen overleg je op een andere manier. Het proces begint met alle partijen in de raad. Gezamenlijk verkennen zij eerst waar ze elkaar kunnen vinden, en waar politieke verschillen zijn. Het inhoudelijke gesprek gaat vervolgens met name over onderlinge verschillen.
Het is overigens nog maar de vraag of in zo’n proces nog een informateur of formateur nodig is. Het proces begint immers met alle partijen samen. Geen enkele partij wordt bij voorbaat uitgesloten. Als een partij lopende het onderhandelingsproces besluit eruit te stappen, dan kan dat. Dus als het aan mij ligt, wordt het een heel ander formatieproces.
Ook de samenstelling van het nieuwe college verloopt in zo’n proces anders: in plaats van op traditionele wijze kandidaten naar voren te schuiven vanuit de coalitiepartijen kan het ook een optie zijn om gezamenlijk een college samen te stellen op basis van functieprofielen waarbij de best passende kandidaten worden gezocht.
Hoe vindt u dat het huidige college het doet? En wat vindt u van de stoelendans in de Raad de afgelopen jaren? Veel raadsleden stapten immers over van de ene naar de andere partij, zelfs twee leden van de Lelystadse VVD-fractie.
Het huidige college functioneert naar de mening van de Lelystadse VVD niet slecht, maar eigenlijk doet dat niet ter zake. Als raadsfractie moeten wij vooral kijken naar het functioneren van de Raad van Lelystad: die controleert immers de uitvoering van het coalitieprogramma door het college.
Ik heb geen oordeel over de overstap van raadsleden naar andere fracties: dat is een persoonlijke afweging. Wij zijn wel positief over de samenwerking in de Raad, die zich de afgelopen tijd ten positieve heeft ontwikkeld. Raadsfracties weten elkaar op belangrijke dossiers meer te vinden, en dat zorgt voor betere resultaten voor de stad. Dat moeten we vasthouden, ook in de nieuwe raadsperiode.
Wonen is één van de belangrijkste thema’s bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. De Lelystadse VVD hamert op “bouwen, bouwen, bouwen”. Maar elke keer wordt tegelijkertijd aangegeven dat er een rem moet komen op bouw van sociale huurwoningen. Hoe verklaart u dat?
Dat is een verkeerde interpretatie. Wij willen geen rem op woningbouw, maar wel een goede balans tussen verschillende categorieën woningen (van oudsher: 30% sociale huur/70% vrije sector huur en koopwoningen). We willen dus een groei van aantal woningen die in evenwicht is: dat noemen we “bouwen in de mix”. We willen dat iedereen die dat graag wil op die manier een eigen woning kan verwerven, of kan doorstromen naar een huis dat beter past.
U legt in uw verkiezingsprogramma de nadruk op een evenwichtige samenstelling van de bevolking en wilt dat bereiken door exclusieve woonmilieus te bevorderen. Tegelijk stelt u in uw programma dat u sociale armoede wilt tegengaan. Hoe is dat met elkaar te rijmen?
Het klopt dat in Lelystad sprake is van maatschappelijke armoede: in Lelystad wonen relatief veel mensen die minder te besteden hebben dan de gemiddelde Nederlander. Wij willen voorkomen dat dit probleem nog verder toeneemt. Immers, dan zou de gemeente niet worden versterkt aan de inkomstenkant, maar juist worden verzwakt aan de uitgavenkant. Als we meer woningen weten toe te voegen in het koopsegment betekent dit meer inkomsten voor de gemeente uit de Onroerende Zaak Belasting (OZB). Daardoor komen dan ook middelen vrij om te kunnen zorgen voor mensen die het minder hebben. Dit is dus een sociale keuze!
De vraag is ook: waar gaan we dan bouwen? In de Raad van Lelystad is de afgelopen jaren uitgebreid gediscussieerd over inbreidingslocaties: woningbouwlocaties binnen de grenzen van de bestaande stad. Dergelijke plannen kunnen leiden tot onrust bij bewoners. Hoe wil de Lelystadse VVD daarmee omgaan?
Dit is inderdaad een al langer lopende discussie. Om het doel van 40.000 nieuwe woningen in 2040 te behalen is het echter noodzakelijk om ook naar inbreidingslocaties te kijken. Belanghebbenden en omwonenden moeten dan wel kunnen participeren in het planproces. Wij willen mensen aan de voorkant van dit proces meenemen, zodat plannen op inbreidingslocaties kunnen rekenen op draagvlak. Zo voorkomen we bezwaarprocedures en kunnen we doorpakken in het belang van de stad. Dat is echt nodig, want er is woningnood. We moeten ervoor zorgen dat we meer huizen beschikbaar krijgen voor wie een woning zoekt.
Tot slot: wanneer bent u tevreden over de uitslag van de gemeenteraadsverkizingen? De peilingen zijn niet gunstig voor de VVD.
In 2018 haalden we 6 zetels. Ik ben tevreden als wij nu weer minimaal zes zetels halen, en bij voorkeur nog iets meer. Peilingen zijn lastig te interpreteren: het gaat daarbij om een beeld dat vaak gebaseerd is op landelijke tendensen. Wij profileren ons bewust als de Lelystadse VVD: we geloven in onze eigen kracht en ons eigen liberale programma voor Lelystad. Daarmee moet het ons lukken om weer minimaal 6 zetels te halen!