Bewolkt met toenemend opklaringen?

Ten tijde van de bespreking van de kadernota eerder dit jaar hield de VVD haar hart vast voor wat de programmabegroting 2016 mogelijk zou brengen. Zou het college tot een sluitende begroting kunnen komen zonder opnieuw een scala aan pijnlijke bezuinigingen te moeten introduceren? Inmiddels hebben we kunnen lezen dat dit gelukkig niet het geval is.

Maar goed ook, want er is dringend behoefte aan een zekere rust of adempauze. De gemeente, maar ook alle verbonden partijen, zijn zich nog altijd aan het instellen op de nieuwe realiteit dat hetzelfde, of meer, met minder middelen moet worden gedaan. Dat valt niet mee en kost tijd. Goed dat daar nu wat meer gelegenheid voor is.

Natuurlijk zijn wij niet zonder zorgen. De toegenomen en sneller opeenvolgende ingrepen in de hoogte van de algemene middelen die de gemeenten ontvangen uit het Gemeentefonds en mogelijke consequenties van een vernieuwd verdelingsmodel voor Lelystad, baren ons zorgen. De discussie rond de ICL-bijdragen hebben wij dan nog niet eens benoemd ook al zou een eventuele bijstelling op zijn vroegst in 2018 impact op de begroting hebben.

We zien dus dat we met grotere wisselingen in inkomsten op korte termijn moeten kunnen omgaan, terwijl een steeds groter deel van de uitgaven min of meer vastligt en niet of nauwelijks beïnvloed kan worden.

Een hogere OZB dan maar als oplossing bij tekort aan middelen? Nee, ook dat is geen oplossing. Het aantal huishoudens dat met succes een beroep doet op kwijtschelding is sterk aan het stijgen. Dat de groep die daar net boven zit, niet voor kwijtschelding in aanmerking komt en het ook nog maar net kan opbrengen groeit, lijkt dan ook nauwelijks voor discussie vatbaar. Laat staan als daar nu nog eens het nodige bovenop zou worden gelegd.

Overigens krijgt de VVD serieuze signalen dat de OZB belasting voor niet-woningen de laatste jaren veel meer stijgt dan die voor woningen. Wij zullen na nader onderzoek bij de tarievennota zo nodig met een amendement komen.

2015 wordt zo als het er nu voorstaat afgesloten met een negatief rekening resultaat van € 0,8 miljoen. Een tekort dat ten laste komt van de reserves. De inzet is om dit tekort in een periode van drie jaren weer via de begroting naar de algemene reserve te laten terug vloeien. Het college heeft hiervoor gekozen om gedwongen pijnlijke nieuwe bezuinigingen voor 2016 te kunnen voorkomen. De VVD vindt deze keuze onder de huidige omstandigheden verstandig.

De vraag is echter wat de consequenties van deze handelwijze zijn voor de algemene reserve als onverhoopt ook de komende jaren met negatieve rekeningresultaten zouden worden afgesloten. Het risico op verdere aantasting van onze algemene reserves zou in die situatie dan niet langer acceptabel zijn.

In de begroting voor 2016 heeft de VVD een aantal PM-posten aangetroffen. Wij hebben ons afgevraagd of hieraan toch niet bedragen gehangen zouden moeten worden. Alleen is dan het punt dat dit dan ook wel moet kunnen. Als én de hoogte van eventuele kosten niet te becijferen zijn én/of de kans groot is dat als de kosten zich gaan voordoen die vanuit Den Haag worden vergoed, dan heeft het opnemen van bedragen geen zin.

In de afgelopen maanden is gebleken dat Nederland toch steeds meer -zij het voorzichtig- uit het economische dal begint te klimmen. Dit biedt perspectief ook voor Lelystad en zal er hopelijk toe leiden dat de geringe financiële middelen die Lelystad beschikbaar heeft om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken zich in de nabije toekomst zal verruimen.

Zaak blijft dat bij beperkte middelen deze niet worden versnipperd over een groot aantal projecten maar dat prioriteiten worden gesteld en lopende projecten eerst worden afgerond. Die prioriteiten liggen wat de VVD betreft op twee terreinen:

  • Allereerst het stadscentrum met initiatieven om het winkelgebied compacter te maken door onder andere detailhandel vierkante meters te transformeren in woonruimten voor vrije sector huur met onder andere kleine(re) woonstudio’s en appartementen gericht op alleenstaande jongeren en ouderen en één- of tweepersoonshuishoudens. Dat de gemeente bij de initiatieven een ondersteunende rol heeft, maar voor realisatie toch met name afhankelijk is van marktpartijen zoals vastgoed eigenaren en de winkeliers, mogen we daarbij niet vergeten. Het beleid ten aanzien van wonen en woningbouw zien wij als één van de belangrijkste onderwerpen voor de komende tijd, waarbij het maken van de juiste keuzes kritisch is. Wij zien de komst van de woonvisie dan ook met spanning tegemoet.
  • De tweede prioriteit ligt want ons betreft bij initiatieven om de recreatieve functie van de kust te versterken. Immers aan de kust ligt een potentieel dat nog lang niet optimaal wordt benut. Waardevol vinden wij ontwikkelingen zoals die van Batavialand en het treffen van voorzieningen om riviercruiseschepen te kunnen laten afmeren. Wel baart ons het ogenschijnlijke leeglopen van Bataviahaven zorgen. Onder andere lijkt het erop dat een groot deel van de Bruine vloot alweer vertrokken is. Graag vernemen wij of dat klopt, waar dat aan ligt en welke maatregelen voorgenomen zijn om dat tij te keren. Wij benadrukken wel dat de basisafspraak dat Bataviahaven geen concurrentie mag aangaan met de commerciële jachthavens onverkort moet worden nagekomen. Die commerciële havens hebben immers alle investeringen in hun havens met eigen middelen betaald.

Een positieve ontwikkeling vinden wij ook dat de uitbreiding van de luchthaven nu echt van de grond gaat komen. Het zal toenemende aantrekkelijkheid voor bedrijven met zich meebrengen om zich hier te vestigen. Wij verwachten dat deze ontwikkeling een forse toename aan banen zal opleveren en mogelijk ook positieve gevolgen heeft voor de groei van het aantal inwoners van Lelystad. Deze ontwikkeling zal ook kunnen bijdragen aan de verbetering van de koopkracht van de bevolking van Lelystad.

Ook de aanleg van de overslaghaven aan de Flevokust vordert. Die ontwikkeling draagt bij aan de versterking van de economische infrastructuur en daarmee op termijn ook tot groei van het aantal banen.

Eén van de onderwerpen die ons allen raakt betreft de transities. De transitie van de zorg is volop aan de gang en lijkt tot nu toe goed te verlopen. Het ziet er naar uit dat geen bijzondere knelpunten naar voren zullen komen.

De transitie ten aanzien van de jeugdhulp die een jaar na-ijlt op de zorg, zal in de komende tijd aandacht vragen. We zijn dan ook blij met de beschikbaarheid van middelen in het transitiefonds die voor knelpunten kunnen worden ingezet.

Ten aanzien van de inzet van de middelen uit het transitiefonds zijn we dan ook bijzonder tevreden met het unanieme raadsbesluit de professionals in de Wijk- en Jeugd- en Gezinsteams een bijzonder sterke stem te geven als het om de aanwending van de middelen van het transitiefonds gaat.

VVD-fractie Lelystad
3 november 2015